Saldo Dagen (D)

U betaalt het loon over een aantal verlof- en verzuimdagen aan het Tijdspaarfonds. Met dit geld zorgt u ervoor dat het inkomen op peil blijft als uw werknemer vrije dagen opneemt.

Voor bouwplaatswerknemers bestaat het saldo Dagen uit de geldswaarde van:

  • 10 roostervrije dagen;
  • 5 bovenwettelijke vakantiedagen;
  • 3 kortverzuimdagen.

Voor UTA-werknemers bestaat het saldo Dagen uit de geldswaarde van:

  • 5 roostervrije dagen;
  • 5 bovenwettelijke vakantiedagen;
  • 3 kortverzuimdagen.

Er zijn uitzonderingen voor minderjarige en oudere werknemers.

Volledige of gedeeltelijke storting (100% of 55%)

Uw werknemer heeft bij het saldo Dagen een keuze:

  • u stort het saldo Dagen volledig in het Tijdspaarfonds;
  • u stort het saldo Dagen gedeeltelijk, voor 55%, in het Tijdspaarfonds. De rest betaalt u direct uit bij het loon. 

Minderjarige bouwplaatswerknemers hebben recht op 9 bovenwettelijke vakantiedagen. 5 van die dagen worden in het Tijdspaarfonds gestort. De andere 4 dagen betaalt u uit wanneer uw werknemer het verlof opneemt.

55 jaar of ouder met 4-daagse werkweek:

  • 3 kortverzuimdagen;

en op vrijwillige basis:

  • 10 roostervrije dagen;
  • 5 bovenwettelijke dagen.

Minderjarige UTA-werknemers hebben recht op 7 bovenwettelijke vakantiedagen. 5 van die dagen worden in het Tijdspaarfonds gestort. De andere 2 dagen betaalt u uit wanneer uw werknemer het verlof opneemt.

55 jaar of ouder met 4-daagse werkweek:

  • 3 kortverzuimdagen;

en op vrijwillige basis:

  • 5 roostervrije dagen;
  • 5 bovenwettelijke vakantiedagen.

Uw werknemer kan op elk gewenst moment (een deel van) het saldo aanvragen, als er saldo aanwezig is. Bouwplaatswerknemers vragen dit aan via de vakbonden (FNV, CNV en HZC). UTA-werknemers die vrijwillig aan het Tijdspaarfonds deelnemen, regelen dit zelf via Mijn Tijdsparen.

Het restant van het tegoed van het saldo Dagen wordt in mei automatisch uitbetaald aan uw werknemer, samen met het tegoed van het saldo Vakantietoeslag.

Voor saldo Dagen geldt een eigen rekeningnummer. Let ook op de vaste opbouw van het betaalkenmerk.

UL x 8 x AD
      AB

waarbij:

UL= het vast overeengekomen loon per uur, vermeerderd met de resultaten van een prestatiebevorderend systeem, de toeslag ploegendienst, de leermeestertoeslag, de voormantoeslag, de toeslag verschoven uren infra alsmede vermeerderd met andere toeslagen en vergoedingen mits die loon zijn zoals bedoeld in artikel 7:639 BW; voor UTA-werknemers moet het maandloon zoals bedoeld in artikel 7:639 BW worden teruggerekend naar een uurloon*; 
AD= aantal dagen waarvoor aan het Tijdspaarfonds wordt betaald (lees meer);
AB= aantal betalingsperioden per jaar (12 = maand of 13 = vier weken). 

*Het uurloon wordt berekend door het tussen werkgever en UTA-werknemer overeengekomen salaris per salarisperiode te delen door het aantal uur per salarisperiode dat tussen werkgever en UTA-werknemer is overeengekomen.
Bij een gelijkblijvend uurloon is de hoogte van de storting dus elke maand of per vier weken hetzelfde. 

Stel het bruto uurloon is  € 20,00. Uw werknemer werkt fulltime. Hij heeft dus recht op 18 vrije TSF-dagen per jaar (UTA = 13 dagen). U betaalt elke vier weken het salaris.

De berekening is dan: 20 x 8 x 18 / 13 = € 221,54.  U maakt dus elke vier weken dit bedrag over. 

Kiest uw werknemer voor een gedeeltelijke storting, dan berekent u 55% van € 221,54 = € 121,85. Dat bedrag maakt u over naar het Tijdspaarfonds. De resterende 45%, dus € 99,69 maakt u met het loon over.