Saldo Spaaruren (SU)

Het Saldo Spaaruren is de geldswaarde van overwerkuren en reisuren.

Bouwplaatswerknemers van 18 jaar of ouder met een volledig dienstverband kunnen verplicht worden 80 spaaruren op te bouwen om pieken en dalen in de bedrijfsvoering op te vangen. Bij toepassing van de kaderregeling kan voor de Infra een maximum van 160 spaaruren worden afgesproken.

Spaaruren opbouwen

De spaaruren worden opgebouwd door verplichte overwerkuren en/of de inleg van reisuren. De geldswaarde van deze overwerkuren en reisuren stort u in het Tijdspaarfonds.

Spaaruren inzetten

U mag spaaruren inzetten in perioden waarin er minder werk is. U roostert de werknemer dan minder dagen in. De werknemer haalt zijn loon over die dagen uit het Tijdspaarfonds.

Het inzetten van spaaruren leidt tot een doorbreking van het loontijdvak. Houd hier rekening mee bij het doen van aangiftes en de afdracht van loonbelasting en sociale verzekeringspremies. Dit is dus anders dan de behandeling van de andere dagen waarvan de waarde in het Tijdspaarfonds wordt gestort. In een loonbetalingsperiode waarin u spaaruren inzet, vindt onverminderd afdracht aan de bedrijfstakfondsen (bpfBOUW, O&O-fonds, Aanvullingsfonds, Tijdspaarfonds) plaats.

Uitbetaling op verzoek van uw werknemer

Als het werkaanbod na de extra drukke periode weer lager is, kunt u uw werknemer vrijaf geven. Uw werknemer kan het saldo geheel of gedeeltelijk opnemen ter compensatie van de spaaruren die de werkgever inzet. Het saldo Spaaruren wordt niet elk jaar automatisch uitbetaald. Het saldo blijft staan totdat uw werknemer een verzoek doet om het te laten uitbetalen. Uw werknemer kan zelf bepalen wanneer hij het saldo wil laten uitbetalen. Er moet natuurlijk wel voldoende saldo zijn.

Bouwplaatswerknemers vragen dit aan via de vakbonden (FNV, CNV en HZC). UTA-werknemers die vrijwillig aan het Tijdspaarfonds deelnemen, kunnen dit zelf via Mijn Tijdsparen regelen.

Alleen een gedeeltelijke storting

De afdracht aan het Tijdspaarfonds voor Spaaruren is altijd de lage storting van 55%. De resterende 45% ontvangt de bouwplaatswerknemer bij zijn loon. 

Voor het Saldo Spaaruren geldt een eigen rekeningnummer. Let ook op de vaste opbouw van het betaalkenmerk.

Op elke loonstrook vermeldt u voor het spaarurenmodel:

  • TSF Overwerkuren (waarde);
  • TSF Reisuren (waarde);
  • storting TSF spaaruren;
  • aantal ingezette spaaruren;
  • aantal opgebouwde spaaruren;
  • cumulatieve opbouw van spaaruren per kalenderjaar (wordt in januari op 0 gezet);
  • saldo spaaruren (wordt in april op 0 gezet).

1. Rekenregel storting overuren

aantal overuren x (vast overeengekomen uurloon + overwerktoeslag)

2. Rekenregel storting reisuren

aantal reisuren x garantieuurloon (maximaal loongroep A)

Gelijktijdig met de storting van de geldswaarde van de overwerk- en reisuren, wordt over de spaaruren die hier tegenover staan vakantietoeslag berekend en gestort in het Tijdspaarfonds.

3. Rekenregel storting vakantietoeslag over overuren en reisuren 

aantal opgebouwde spaaruren x vast overeengekomen uurloon x 8%

Dit wordt samen met de reguliere vakantietoeslag gestort. De volledige rekenregel voor de vakantietoeslag ziet er dan als volgt uit:

[(VOL/salaris per loonperiode)+(bedrag D) + (aantal opgebouwde spaaruren x vast overeengekomen uurloon)] x 8%

U rekent de overwerk- en reisuren om naar spaaruren. Hoeveel één overwerkuur waard is, hangt af van de hoogte van de overwerkvergoeding voor dat uur. Is die bijvoorbeeld 25%, dan levert één overwerkuur 1,25 spaaruren op. De omrekening van reisuren naar spaaruren gaat als volgt:

Is het garantie-uurloon van uw werknemer gelijk aan dat in loongroep A of lager? 

Dan is één reisuur gelijk aan één spaaruur.

Is zijn garantie-uurloon hoger? 

Dan deelt u het garantie-uurloon van loongroep A door het garantie-uurloon van uw werknemer. 

In dit rekenvoorbeeld rekenen we met deze gegevens van een werknemer:

  • bouwplaatswerknemer heeft 160 uur gewerkt in een periode van 4 weken (13 loonperioden per jaar);
  • jaar = 262 dagen in 2020 (kan per jaar verschillen);
  • 5 reisuren en 6 overwerkuren;
  • garantieuurloon groep A € 12,90;
  • garantieuurloon van deze bouwplaatswerknemer € 15,51;
  • prestatietoeslag 10%;
  • vast overeengekomen uurloon € 17,06 (€15,51 x 110%);
  • vast overeengekomen loon in 4 weken = 160 x (€ 15,51 x 110%) = € 2.729,76;
  • overwerktoeslag 25%.

Vervolgens berekent u:

  • opbouw Spaaruren uit reisuren: 12,90/15,51 x 5 = 4,15 uren;
  • opbouw Spaaruren uit overuren: 1,25 x 6 = 7,5 uren.

De berekening voor de storting Spaaruren is dan (5x €12,90) + (7,5 x €17,06) = €192,95

De berekening voor de storting Vakantietoeslag is dan:
 

  • totaal aantal spaaruren: 11,65 uren (7,50 + 4,15);
  • 11,65 uren x € 17,06 geeft € 198,75;
  • VT over spaaruren is dan 8% x € 198,75 = €15,90.